Star Wars: Jedi Survivor

Afgezien van het feit dat iedereen familie van elkaar blijkt te zijn en alles (letterlijk) draait om Tatooine, hou ik best wel van Star Wars. Lightsabers, ruimteschepen, klinische zwarte outfits. En iets te drinken pakken uit de koelkast zou compleet veranderen met The Force. Maar is er ook wat veranderd in de Star Wars games van Respawn?

Niet dat er heel veel veranderd moet worden aan ‘Fallen Order’, maar ik zou het ook niet direct de perfecte game noemen. Ik was niet de grootste fan van het Dark Souls achtige systeem waarbij iedereen die ik net gehalveerd heb met m’n lichtzwaard opeens weer tot leven kan worden gewerkt. En iets vinden in die game was praktisch onmogelijk, de map was eerder een belediging dan een hulpmiddel.

Maar wanneer je dat wegdenkt, bleef er een hele fijne game over, die je af en toe écht het gevoel gaf een Jedi te zijn. Dat is in ‘Jedi Survivor’ gelukkig ook zo. Zou anders ook lastig worden met de naam van de game. Maar het is een interessant vervolg geworden.

Ja, dat is het. De planeten die je bezoekt zien er een stuk beter uit. Je hebt nog meer mogelijkheden qua lightsaber, meer vrijheid en af en toe best wat leuke puzzels en uitdagingen qua traversal. Op papier is het precies wat je verwacht van een sequel. Kort gezegd: De game is goed. In veel opzichten stukken beter dan deel één. Maar aan de andere kant…

Er zijn dingen die ze achter hadden mogen laten in deel één. Zo mag je in plaats van een rekje op je schip, een compleet dakterras vullen met random planten en is het respawnen (zal vast aan de naam liggen dat dit perse er weer in moest) van je vijanden nog steeds niet nodig. Maar grootste probleem is wel dat de. game na een berg patches nog steeds net zo soepel loopt als een piraat met twee houten benen. De “Quality” mode ziet er goed uit, maar beweegt als bevroren honing. En de “Performance” mode voelt alsof je Usain Bolt elke tien seconden aanpakt met een taser. Allebei niet ideaal en het zorgt er echt voor dat de minder een stuk minder leuk is om te spelen.

Het is soms echt doorbijten om het eind te halen. En dat is zonde, want een soepele 60fps zou hier echt één van de allerbeste Star Wars games ooit opleveren. En nu zit je toch een beetje gefrustreerd naar je tv te staren. Wat dan ook niet helpt is dat de in-game map nog steeds ingewikkelder is dan een Escher-tekening, Cal nog steeds rent alsof hij pampers draagt én je de grote plottwist al kan raden binnen vijf minuten spelen.

Maar toch blijf je doorgaan. Jedi Survivor is niet perfect, maar wel méér dan goed genoeg om, ondanks de schoonheidsfoutjes en irritaties, erg van te genieten. Nu maar hopen dat deel drie ein-de-lijk een map krijgt die wel bruikbaar is.