Ik dacht altijd dat het alleen voorkwam bij Ninja Turtles, maar een grote groep mensen pretendeert dus ook een set groene vingers te hebben. Ik niet. Heb al twee keer een cactus laten sterven. Mijn vingers zijn een verlengstuk van m’n gitzwarte ziel. Maar voor iedereen die wél opgewonden raakt van potgrond, een hark en kruiwagens hebben ze “tuinieren” bedacht.
Wat natuurlijk helemaal prima is. Maar het is zo’n massale bezigheid geworden, dat het heeft geleid tot één van de meest vreselijke adult-only pretparken op aarde: het tuincentrum.
Je bent er vast wel eens geweest. Meegelokt met de smoes dat er “even snel een leuke plant” moest worden gekocht. Eindstand duurde het bezoekje langer dan de termijn van Schoof als minister-president. En loop je te trekken aan een enorme kar met daarop een waterornament, veertig kilo compost en een pruimenboom die te groot is voor je tuin. De schuld van dit alles ligt meestal bij zo’n vent in een groene overall, rubberen laarzen en vlassige snor met een net iets te voor de hand liggende naam voor iemand die hovenier is: Sander Snoei.
Sander is iemand die elke zaterdag vol goede moed naar z’n werk fietst en bij aankomst de grappen voor die dag alvast gaat oefenen in de kantine. De eerste vijf mensen die de winkel binnenlopen krijgen een “hier gekomen om iets te doen aan die takkenzooi in je tuin?” als welkom, afgetopt met daarna een “na vandaag is je liefde voor tuinieren net als een struik, het blijft maar groeien.”
Terwijl je snakt naar een slok water in die subtropische broeikas, loopt Sander driftig rond, bezig om mensen overbodige basilicumplantjes aan te smeren en terloops ook even te verklaren waarom ze hier negentien verschillende soorten vijverfolie verkopen. Wat nog steeds veel minder is dan de honderden varianten van groene plastic tuinstoelen die er ook opgesteld staan. Allemaal een net iets andere tint olijfolie, maar ook allemaal net zo comfortabel als een waterdicht spijkerbed.
Die hele winkel voelt als een proefpotje Ayahuasca, je hebt geen idee wat je overkomt. En toch sta je drie uur later doodleuk een ongezonde hoeveelheid zakken aarde in je kofferbak te mikken. Die verdwijnen in je schuur en zullen nooit gebruikt gaan worden. Nee, het mag duidelijk zijn, ik ben niet gemaakt voor tuincentra: Ik vind kruiwagens alleen leuk bij een nieuwe baan. In m’n pot heb ik liever goud. En harken doe ik ’t liefst met geld.
Maar het mooie van planten is wel dat er uit bijna elke plant (ik reken mijn gesneuvelde cactus even niet mee) een nieuwe kan groeien. Iedere plant kan de basis vormen voor iets nieuws. Een fraai concept, dat natuurlijk ook al jaren leeft in de muziek. Waar een classic van tien jaar geleden, de fundering kan zijn voor een hit van morgen. De afgelopen tijd hoorden we bijvoorbeeld een aantal New Wave tracks vernieuwd worden, en deze week is het de beurt aan een legendarisch nummer van Mula B.
Het kledingmerk mag net zo snel bezwijken als mijn cactus, maar muzikaal gun ik ze het eeuwige leven: En daarom is ‘D2’ van Lusho, ADF Samski en Dior komende week de nieuwe DiXte op FunX.
Ik werk bij FunX. Elke week communiceer ik daar welke nieuwe muziek we gaan draaien. Dat had gekund in een simpele, korte, mail. Maar dat is uiteraard niet wat ik doe.
